Van 1932 tot 1934 woonde mijn vader op het adres Adindaweg 4 in de buitenwijk Polonia van de grote stad Medan, Oost-Sumatra. Hij was er secretaris-boekhouder van de afdeling Cultuurzaken van de Nederlandsche Handelmaatschappij (NHM). Hij was er onder meer kwartiermaker voor het nieuwgebouwde kantoor van de NHM in Medan. Daarnaast werd hij erop uitgestuurd naar verafgelegen ondernemingen om de boeken te controleren en de liquidatie van de desbetreffende plantages (het was crisistijd!) af te wikkelen.

Op 4 november 1932 werd het tweede kind van het echtpaar Telkamp-van de Vooren geboren: Johannes Hendricus Franciscus (Hans). De Adindaweg heet nu Jalan Erna Nasution. Bijgaande foto’s zijn genomen op een reis van mijn ouders eind jaren zeventig. Mijn moeder kijkt naar het huis waar haar 15 augustus 1945 in het kamp Aek Pamiengke overleden zuster Dien van de Vooren heeft gewoond.

Bijgaande foto is van de bungalow, de vakantiewoning  “Ons Huis” in Prapat aan het Tobameer  in Sumatra die mijn vader in de tweede helft van jaren dertig in mede-eigendom bezat (een deel van het jaar werd het huis verhuurd). Mijn vader werkte toen als secretaris-boekhouder op het kantoor van het Nederlandsch-Indisch Landsyndicaat (de NILS), toen al geheel in handen van de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM), in de hoofdplaats van wat toen heette het Cultuurgebied ter Oostkust van Sumatra, Pematang  Siantar, kortweg Siantar.  Dat Cultuur sloeg niet op kunst of zo maar op de cultures, de teelt in zg. ondernemingen (plantages)  van gewassen als rubber, thee, kina enz. Mijn vader woonde met zijn vrouw en twee kinderen in Siantar. Overigens is het woord bungalow ooit gangbaar geworden in Brits-Indië en betekent het eigenlijk Bengaals huis. En frappant is dat mijn ouders in de jaren 1978-1982 in een bungalow bovenop een duintje woonden in Woolacombe, een kustplaatsje in North Devon…

Hierbij de Japanse interneringskaart van mijn vader, de sergeant tweede klasse van het tweede garnizoensbataljon Atjeh & Onderhorigheden.